Deze opdracht is beschikbaar in de bestandsbeheer- en in archiefbeheerstand. Voer de opdracht "Informatie weergeven" in door middel van het menu Extra, de knop "Info" op de werkbalk of de sneltoets Alt+I.
De bestandsbeheerstand laat informatie zien over de inhoud van de geselecteerde bestanden en mappen: de totale grootte, het aantal bestanden en onderliggende mappen en het aantal archieven. Om de opdrachtsnelheid te verhogen, worden archieven alleen herkend op de bestandsextensie. Zelfuitpakkende archieven worden hier dus niet meegeteld. Bestandscontrole kan even duren, maar als u wilt, kunt u het dialoogvenster op elk moment sluiten.
Schijfruimte wordt toegewezen aan bestanden in blokken met een vaste grootte, de zogenoemde clusters. Bijvoorbeeld, als de clustergrootte 4 096 bytes is en u heeft een bestand gemaakt dat maar 1 byte groot is, zal deze in werkelijkheid 4 096 bytes in beslag nemen. De hoeveelheid ruimte die uw bestanden, na het archiveren, in werkelijkheid in beslag nemen bij het opslaan, is dus gelijk aan de echte grootte van geselecteerde bestanden, inclusief niet-gevulde uiteinden van clusters (bestandsslack).
Wanneer de bestandscontrole is voltooid, kunt u op de knop "Schatting" drukken om een prognose te krijgen over de inpakgrootte en inpaktijd van de geselecteerde bestanden. Deze prognose is gebaseerd op de RAR-compressiemethode "Normaal" met de aanname van een snelle schijf en een kleine hoeveelheid benodigde tijd voor uitwisseling van schijfdata. Merk op dat de inpakschatting zeer snel en grof wordt berekend, dus verwacht hier geen exact resultaat. Het geeft wel een goede indicatie of het wel zinvol is om de geselecteerde gegevens in te pakken. Indien u de optie "Automatisch starten" instelt, dan wordt het schatten automatisch uitgevoerd wanneer het dialoogvenster opnieuw wordt geopend, zonder de noodzaak om de knop "Schatten" te gebruiken. Ook is het mogelijk om na de bestandscontrole, naar andere pagina's van dit dialoogvenster te wisselen om verschillende archiefopties in te stellen zoals commentaar, een herstelbestand, SFX-module, enz. Het maakt toepassing, van de benodigde veranderingen aan alle RAR en ZIP-archieven opgeslagen in de geselecteerde mappen en bestanden, mogelijk. Anders dan de controlestap worden hier wel zelfuitpakkende archieven verwerkt. Let hierbij wel op, het is mogelijk dat in een keer parameters van honderden, zo niet duizenden, archieven worden veranderd. Een dergelijke mogelijkheid is krachtig, maar kan gevaarlijk worden wanneer deze onjuist wordt gebruikt.
In de archiefbeheerstand, wanneer u "Informatie weergeven" kiest binnen of buiten een archief, maar alleen indien een enkel archief is geselecteerd, zal WinRAR de volgende informatie over het archief weergeven:
•archiefnaam (in de titelbalk van het dialoogvenster);
•archieftype (compact, SFX, volume) en -indeling (RAR, ZIP, CAB, ARJ, LZH, etc.). Al deze parameters worden weergegeven in de bovenkant van het venster; voor RAR-volumes die zijn gemaakt met WinRAR 3.40 of hoger bevat deze tekenreeks ook een volumenummer. Dit nummer kan handig zijn wanneer de oorspronkelijke volumenamen verloren zijn geraakt waardoor u de namen handmatig moet herstellen;
•het minimum versienummer om het archief uit te pakken. Voor bepaalde archiefindelingen, zoals ZIPX, kan dit veld ook de naam bevatten van het compressie-algoritme.
•het besturingssysteem waaronder het archief werd gemaakt;
•totaal aantal mappen en bestanden;
•grootte van de ingepakte en uitgepakte bestanden;
•totale inpakverhouding;
•grootte van de SFX-module of nul voor niet zelfuitpakkende archieven;
•aanwezigheid van archiefcommentaar;
•aanwezigheid van versleutelde bestanden;
•of het archief al dan niet vergrendeld is;
•de grootte van de maximum beschadigde datastroom die nog kan worden hersteld als er een herstelbestand aanwezig is;
•de maximum woordenboekgrootte voor ieder bestand in het archief;
•oorspronkelijke archiefnaam en -tijd, indien beschikbaar. Deze kunnen worden toegevoegd aan een nieuw of bestaand archief met de bijbehorende opties op het tabblad "Opties" van het inpakdialoogvenster of het tabblad "Opties" van de opdracht "Informatie weergeven".
Als het archief commentaar bevat, zal dit in een extra dialoogvenster getoond worden.
Net zoals in bestandsbeheerstand, is het mogelijk om naar andere pagina's van het dialoogvenster te gaan en verschillende parameters op te geven voor het huidige archief. Klik op de knop "Help" in de andere pagina's om er meer over te lezen.