De RAR-archiefindeling biedt een speciaal stukje software dat een herstelbestand genoemd wordt. Aanwezigheid van een herstelrecord maakt een archief groter, maar maakt het wel mogelijk om deze te herstellen zelfs in het gevoel van fysieke schade te wijten aan schijffalen of gegevensverlies, waarbij gesteld wordt dat de schade niet te ernstig is. Zulk schadeherstel kan worden uitgevoerd met de opdracht Archief herstellen.
De ZIP-indeling biedt geen herstelbestand.
In de WinRAR-omgeving kunt u de optie "Herstelbestand invoegen" inschakelen in het dialoogvenster Archiefnaam en -parameters om een herstelbestand aan een archief toe te voegen. Een andere manier is om de optie "Herstelbestand invoegen" in het standaard inpakprofiel in te schakelen. In dit geval zal na iedere wijziging in een archief een nieuw herstelbestand worden gemaakt.
Als u een herstelrecord in opdrachtregelstand wilt toevoegen, lees dan de beschrijving van de opdracht rr[N] en de schakeloptie -rr[N], welke voor dit doel gebruikt kunnen worden.
RAR 5.0-herstelrecord gebruikt Reed-Solomon-foutcorrectiecodes. In het geval van een enkele aaneengesloten schade is het normaalgesproken mogelijk om lichtelijk minder gegevens te herstellen ten opzichte van de grootte van het herstelrecord. De gegevensgrootte die te herstellen is kan lager uitvallen in het geval van meerdere schades.
U kunt de grootte van het herstelrecord opgeven bij de uitgebreide opties van het dialoogvenster "Archiefnaam en -parameters" als een percentage van de grootte van het archief. Ook kan deze ingesteld worden bij de opdracht Archief beschermen. Grotere herstelrecords maken het mogelijk om een groter beschadigd gebied te herstellen, maar hierdoor neemt de archiefgrootte wel toe en wordt deze tevens langzamer verwerkt. Een redelijke grootte is 3 tot 10% van de archiefgrootte. Door de overhead door dienstgegevens zal de uiteindelijke grootte van het herstelrecord slechts bij benadering de door de gebruiker opgegeven percentage zijn en kan het verschil groter zijn bij kleinere archieven.
Om een ongeldig archief te herstellen met daarin een herstelrecord aanwezig, gebruikt u de WinRAR-shellopdracht "Herstellen". Op de opdrachtregel gebruikt u de opdracht "r". Een hersteld archief zal de naam fixed.archiefnaam.rar krijgen, waarbij "archiefnaam" de naam is van het oorspronkelijke (beschadigde) archief. Als het ongeldige archief geen herstelrecord bevat of als het archief niet volledig hersteld is door te grote schade, dan wordt een tweede fase uitgevoerd. Tijdens deze fase wordt enkel de archiefstructuur herstel en is het onmogelijk om bestanden te herstellen die niet voldoen aan de validatie met het controlegetal, maar hiermee is het wel mogelijk om onbeschadigde bestanden te herstellen die niet toegankelijk waren door een ongeldige archiefstructuur. Dit is vooral nuttig bij niet-compacte archieven. Deze fase wordt niet uitgevoerd bij archieven met versleutelde namen, welke alleen kunnen worden hersteld als er een herstelrecord aanwezig is.
Wanneer de tweede fase voltooid is, dan zal het opgebouwde archief worden opgeslagen onder de naam rebuilt.archiefnaam.rar, waarbij 'archiefnaam' de oorspronkelijke archiefnaam is.
Als het herstelrecord gedeeltelijk ongeldig is, dan kunnen de resterende geldige gegevens gebruik worden om bestanden te herstellen. De herstelopdracht herstelt niet ongeldige blokken in het herstelrecord zelf, alleen de bestandsgegevens worden hersteld. Na een succesvolle archiefherstelpoging dient u mogelijk een nieuw herstelrecord te maken voor de bestanden die gered zijn.
Alhoewel het herstelrecord de kansen verhoogt om beschadigde archieven te herstellen, garandeert het niet succesvol herstel. Overweeg om voor belangrijke gegevens de herstelrecord-functie te combineren met het maken van meerdere archiefkopieën naar verschillende media.