De WinRAR-omgeving kan in twee verschillende standen staan: bestandsbeheer stand en archiefbeheer stand.
In de bestandbeheerstand wordt een lijst van bestanden en mappen van de huidige map getoond. U kunt deze mappen en bestanden selecteren met de gewoonlijke Windowsmethode, met de muis of het toetsenbord en u kunt verschillende bewerkingen uitvoeren zoals inpakken en verwijderen. Het is ook mogelijk om archieven te testen en uit te pakken.
In de archiefbeheerstand wordt de lijst met bestanden en mappen van het huidige archief getoond. U kunt ook bestanden en mappen selecteren en standaard archiefbewerkingen uitvoeren, zoals testen, uitpakken en commentaar invoeren.
In iedere stand kunt u van map veranderen. Druk op backspace of Ctrl+PgUp of dubbelklik op de map met de naam ".." om naar de hoofdmap te gaan. Dezelfde actie zal een geopend archief sluiten en de bestandsbeheerstand openen. Druk Enter, Ctrl+PgDn of dubbelklik op elke andere map om hem te openen. Dezelfde actie toegepast op een archief zal het openen. Ctrl+\ maakt de hoofdschijfmap of de map die een archief bevat, de huidige.
Om de WinRAR bestandsbeheerstand te openen, start WinRAR door te dubbelklikken op het WinRAR-pictogram of door WinRAR te typen in de opdrachtregel zonder schakelopties.
Om de WinRAR-archiefbeheerstand te starten, start gewoon WinRAR op, plaats de cursor boven een archief en druk "Enter" of gebruik de opdracht "Archief openen" in het Bestandsmenu. Of dubbelklik gewoon op het archief in Verkenner of Bureaublad om het te openen in WinRAR. Om dit te kunnen moet WinRAR geassocieerd zijn met de archieven (dit is standaard het geval bij de installatie). U kunt WinRAR ook met de archieven koppelen na de installatie d.m.v. het dialoogvenster Integratie-instellingen. En als laatste is het ook mogelijk om een archief te openen met de opdrachtregel.