Dit dialoogvenster bevat de volgende onderwerpen:
Archiefnaam
Voer de naam handmatig in of klik op de knop "Bladeren" om naar de archiefnaam te zoeken. U kunt een naam invoeren met de schijf-letter ofwel met het hele pad.
Profielen
Opent het menu dat u toelaat om profielen te maken, beheren en te selecteren. Inpakprofielen laten u toe om gemakkelijk vroeger ingevoerde archiefopties te herstellen of om standaardopties te activeren. WinRAR biedt een paar voorgemaakte profielen voor bijvoorbeeld e-mail bijlagen, back-up bestanden en andere bewerkingen. De naam van het momenteel actieve profiel wordt weergegeven boven de knop "Profielen...". Lees het onderwerp Inpakprofielen voor meer informatie.
Archiefindeling (RAR of ZIP)
Kies de indeling van het nieuw aan te maken archief. U kunt RAR kiezen om de RAR-indeling te gebruiken of ZIP om ZIP-archieven te maken. Afhankelijk van de gekozen archiefindeling zullen bepaalde uitgebreide opties worden uitgeschakeld als deze niet worden ondersteund door de doelindeling. Als u een bestaand archief bijwerkt, dan wordt deze opties genegeerd en zal WinRAR de indeling gebruiken van het bij te werken archief.
Kies tussen de methodes "Opslaan", "Snelst", "Snel", "Normaal", "Goed" en "Best". "Opslaan" schrijft bestanden naar het archief op maximale snelheid en zonder compressie. Alle volgende methodes comprimeren gegeven, bieden een hogere compressieverhouding maar tevens lagere snelheid gezien van "Snelst" naar "Best".
Woordenboekgrootte
Dit is de grootte van het geheugengebied dat wordt gebruikt om herhalende patronen te vinden en in te pakken bij het verwerken van gegevens. Een grotere compressiewoordenboek maakt het soms mogelijk om de compressieverhouding van grote bestanden te verbeteren, in het specifiek bij het maken van een compact archief, maar een groter woordenboek verlaagt de compressiesnelheid en verhoogt de geheugeneisen. Uitpakken neemt licht meer geheugen in dan de grootte van 1 woordenboek. Als u verwacht dat uw RAR 5.0-archief zal worden uitgepakt op alle soorten computers, inclusief die met weinig geheugen, voorkom dan hoge woordenboekgroottes en kies iets in het midden, zoals 32 of 64 MB.
De woordenboekgrootte kan worden gekozen uit een serie van vooropgegeven waarden in een uitvalmenu, maar ze kunnen ook handmatig worden opgegeven. Groottes in machten van 2, zoals 1 MB, 32 MB of 1 GB zijn toestaan voor getallen tussen de 1 MB en 4 GB. Elk geheel getal in gigabytes kan worden opgegeven voor getallen tussen de 5 en 64 GB. U kunt de eenheden "MB" en "GB" kiezen uit het uitvalmenu of u kunt zelf "m" of "g" toevoegen aan de opgegeven grootte. Ongeldige getalwaarden worden automatisch gecorrigeerd. U kunt de inhoud van het uitvalmenu aanpassen in het dialoogvenster "Woordenboekgroottes vastleggen".
De geheugeneisen bij het inpakken variëren afhankelijk van de woordenboekgrootte. Dit is ongeveer 7x de woordenboekgrootte bij een woordenboek van 1 GB en 1,5x bij een woordenboek van 64 GB. Bij het uitpakken is lichtelijk meer geheugen nodig dan 1x de woordenboekgrootte. Om toekennen van excessieve hoeveelheden geheugen te voorkomen, zal de vraag gesteld worden om het uitpakken te annuleren als de woordenboekgrootte de limiet overschrijdt zoals opgegeven in Compressie-instellingen.
Indien de grootte van alle bronbestanden voor een compact archief of de grootte van het grootste bronbestand voor een niet-compact archief minimaal twee keer zo klein is als de grootte van het woordenboekgrootte, dan kan WinRAR de grootte van het woordenboek verminderen. Het zorgt voor een lager geheugengebruik zonder verminderde compressie.
Volumegrootte, in het veld "Archief opsplitsen (bytes)"
U kunt hier de grootte van een enkele volume opgeven. U kunt kiezen voor grootte-eenheden in het uitvalmenu aan de rechterkant van het veld Volumegrootte. In deze lijst betekent 'B' bytes, 'KB' kilobytes, 'MB' megabytes, 'GB' gigabytes en "TB" terabytes.
Het is mogelijk om kommagetallen op te geven door middel van het decimaalteken zoals opgegeven in de landinstellingen van Windows. Het is ook mogelijk om eenheden te kiezen door een of meerdere tekens toe te voegen achter de tekenreeks van de volumegrootte. Een kleine letter 'k 'betekent kilobytes, een hoofdletter 'K' duizend bytes, 'm' megabytes, 'M' miljoen bytes, 'g' gigabytes, 'G' miljard bytes, 't' terabytes, 'T' - biljoenen bytes. 'KB', 'MB', 'GB' en 'TB' betekenen altijd kilobytes, megabytes en gigabytes en terabytes, onafhankelijk van of ze of met kleine of hoofdletters zijn geschreven.
Het invoerveld Volumegrootte kent het er aan gekoppelde uitvalmenu waar eerder ingestelde, vooringestelde en door de gebruiker ingestelde waarden. U kunt deze lijst gebruiken om snel een van de weergegeven items te kiezen.
U kunt deze lijst aanpassen door middel van het dialoogvenster Volumegroottes definiëren. Om dit venster te openen, kies dan de knop "Volumegroottes definiëren" in het dialoogvenster Compressie-instellingen.
Merk op dat als u in een verplaatsbare schijf inpakt en u gebruikt het RAR-archief formaat, u de functie "Automatisch" moet kiezen en dan zal WinRAR zelf de meest passende waarde kiezen.
Bijwerkstand:
•Bestanden toevoegen en vervangen (standaard)
Vervangt altijd de ingepakte bestanden die dezelfde naam hebben als de bestanden die toegevoegd worden. Voeg altijd die bestanden toe die niet in het archief aanwezig zijn.
•Bestanden toevoegen en bijwerken
Vervangt de ingepakte bestanden alleen als de toegevoegde bestanden nieuwer zijn. Voeg altijd die bestanden toe die niet in het archief aanwezig zijn.
•Alleen bestaande bestanden vernieuwen
Vervangt de ingepakte bestanden alleen als de toegevoegde bestanden nieuwer zijn. Voeg geen bestanden toe die nog niet in het archief aanwezig zijn.
•Vragen voor overschrijven
Vraagt om bevestiging om ingepakte bestanden te overschrijven, welke eenzelfde naam hebben als de bestanden die worden toegevoegd. Voegt sowieso altijd bestanden toe die nog niet aanwezig zijn in het archief.
•Bestaande bestanden overslaan
Gearchiveerde bestanden overslaan die dezelfde naam hebben als de bestanden die worden toegevoegd. Voegt sowieso altijd bestanden toe die nog niet aanwezig zijn in het archief.
•Archiefinhoud synchroniseren
Vervangt de ingepakte bestanden alleen als de toegevoegde bestanden nieuwer zijn. Voeg altijd die bestanden toe die niet in het archief aanwezig zijn. Verwijder de ingepakte bestanden die niet in de toegevoegde bestanden aanwezig zijn. Dit lijkt sterk op het maken van een nieuw archief met een belangrijke uitzondering: als er geen bestanden werden veranderd sinds de laatste back-up, zal de taak veel vlugger verlopen dan bij het maken van een nieuw archief.
•Bestanden na archivering verwijderen
Verwijdert de succesvol ingepakte bestanden.
SFX- archief maken
Maakt een zelfuitpakkend archief (.exe bestand), dat kan uitgepakt worden zonder bijkomende programma's. U kunt de SFX-module kiezen alsook enkele SFX-parameters zoals de doelmap in het dialoogvenster Uitgebreide opties.
Compact archief maken
Maakt een compact archief. Geeft meestal hogere compressieverhoudingen maar heeft enkele beperkingen. Lees de beschrijving van compacte archieven voor meer details.
Herstelbestand invoegen
Voegt een herstelbestand toe dat kan helpen om de gegevens terug te winnen na beschadiging. U kunt de grootte van het herstelbestand instellen in het dialoogvenster Uitgebreide opties. De standaardwaarde staat op 3% van de archiefgrootte ingesteld.
Ingepakte bestanden testen
Bestanden testen na archivering. Deze optie is specifiek nuttig als de optie "Bestanden na archivering verwijderen" ook is ingeschakeld. In dat geval zullen de bestanden alleen verwijderd worden indien het archief succesvol is getest.
Archief vergrendelen
Een vergrendeld archief kan niet worden gewijzigd door WinRAR. U kunt belangrijke bestanden vergrendelen om toevallige wijzigingen te vermijden. Deze optie is niet bedoeld (en is ook niet in staat) om wijzigingen te voorkomen door andere hulpprogramma's of opzettelijke programma's van derden. Het implementeert een veiligheidsmaatregel alleen voor toevallige gegevenswijzigingen door WinRAR.
Wachtwoord instellen
Stelt een wachtwoord in om bestanden te versleutelen. Het is slechts geldig voor één inpakprocedure en overschrijft het standaardwachtwoord beschreven in het Bestandsmenu. Als er een standaard wachtwoord werd ingegeven, zal het teruggeplaatst worden na het inpakken. Indien er geen standaardwachtwoord was voor het inpakken, dan zal deze ook niet aanwezig zijn na de handeling.