Bij het maken van een nieuw archief hebt u de keuze uit diverse parameters die met het inpakken te maken hebben op de pagina Algemene opties van het dialoogvenster "Archiefnaam en -parameters". Eerst dient u de keus te maken uit de archiefindeling, welke RAR, ZIP of RAR4 kan zijn. ZIP heeft de voorkeur als u niet zeker weet of de ontvanger van uw archief de beschikking heeft over WinRAR of andere software om RAR-archieven mee uit te pakken. Anders wordt het aanbevolen om RAR te kiezen, die meer functies en hogere compressie kent.
Onafhankelijk van de archiefindeling is de volgende stap de keus van de compressiemethode. U kunt kiezen tussen de methodes "Opslaan", "Snelste", "Snel", "Normaal", "Goed" en "Beste". "Beste" biedt de hoogste, maar traagste compressie, "Snelste" comprimeert het minste goed maar is erg snel, "Opslaan" voegt bestanden toe aan het archief de maximale snelheid maar gebruikt geen compressie. "Snelste" kan geschikter zijn voor dagelijkse archiefkopieën, "Snel" voor distributie over het internet, "Normaal" voor dagelijks gebruik zoals het comprimeren van e-mailbijlagen.
Als u hebt gekozen voor de ZIP-archiefindeling, dan zijn uw voorbereidingen op dit moment klaar. In het geval van RAR zijn er nog twee belangrijke opties die de compressie beïnvloeden: de grootte van het woordenboek en de compacte-archiefstand.
Het compressiewoordenboek is een geheugengebied dat gebruikt wordt door het compressie-algoritme om herhalende gegevenspatronen te vinden en in te pakken. Een groter woordenboek verbetert vaak de compressie van grote bestanden, met name in compacte stand, maar leidt ook tot tragere compressie en hogere geheugeneisen. Normaalgesproken raden we een woordenboek van 32 MB aan voor de RAR-indeling. Lees meer over de woordenboekgrootte hier.
De optie "Compact archief maken" comprimeert bestanden als een lange aaneengesloten gegevenstream waarbij een hogere compressieverhouding behaald wordt bij het inpakken van veel vergelijkbare bestanden. Echter, het verlaagt ook de snelheid van eventuele latere wijzigingen aan het archief en verhoogt de hoeveelheid gegevensverlies in het geval van archiefschade. Deze stand wordt verder uitgelegd in het onderwerp Compacte archieven.
Dit zijn alle hoofdinstellingen welke de compressieverhouding en -snelheid beïnvloeden. Effectief hoeft u deze niet in te instellen voordat u bestanden inpakt. Kies eenmalig uw favoriete standaardinstellingen in het standaardcompressieprofiel, welke gemaakt kan worden in het dialoogvenster Inpak-instellingen.