Gebruikershandleiding
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
RAR 6.00 consoleversie
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=
Welkom bij de RAR-archiveerder!
-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-=-
Inleiding
~~~~~~~~~
RAR is een opdrachtregeltoepassing die het mogelijk maakt archiefbestanden
te beheren op de opdrachtregel. RAR biedt compressie, versleuteling, gegevens-
herstel en vele andere functies die beschreven worden in deze handleiding.
RAR ondersteunt alleen archieven in de RAR-indeling, welke normaliter de
bestandsnaamextensie .rar hebben. ZIP en andere indelingen worden niet
ondersteund. Zelfs als u de .zip-extensie opgeeft bij het maken van een archief
zal deze nog steeds in de RAR-indeling zijn. Windows-gebruikers kunnen WinRAR
installeren, die meer archiefsoorten ondersteunt, waaronder de RAR- en ZIP-
indelingen.
WinRAR biedt zowel een grafische gebruikersinterface ale een opdrachtregel-
stand. Alhoewel de opdrachtregel-RAR en de grafische WinRAR een een vergelijk-
bare opdrachtregelsyntax kennen, bestaan er enkele verschillen. Daarom wordt
het aanbevolen om deze rar.txt-handleiding te gebruiken voor de opdrachtregel-
RAR (rar.exe in het geval van de Windows-versie) en het WinRAR-helpbestand
winrar.chm voor de grafische WinRAR (winrar.exe).
Configuratiebestand
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
RAR en UnRAR voor Unix leest de configuratie-informatie van het bestand
.rarrc in de thuismap van de gebruiker (opgeslagen in de HOME-omgevings-
variabele) of in de map /etc.
RAR en UnRAR voor Windows leest de configuratie-informatie van het bestand
rar.ini, die zich in dezelfde map bevindt als rar.exe.
Dit bestand mag de volgende tekenreeksen bevatten:
switches=<RAR-schakelopties, gescheiden door een spatie>
Voorbeeld:
switches=-m5 -s
Het is ook mogelijk om losse series met schakelopties op te geven voor
afzonderlijke RAR-opdrachten door middel van de volgende syntaxis:
switches_<opdracht>=<een of meerdere RAR-schakelopties, spatiegescheiden>
Voorbeeld:
switches_a=-m5 -s
switches_x=-o+
Omgevingsvariabele
~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Standaardparameters kunnen worden toegevoegd aan de RAR-opdrachtregel
bij het instellen van de omgevingsvariabele "RAR".
Voorbeeld: in UNIX kan men volgende regels aan het profiel toevoegen:
RAR='-s -md1024'
export RAR
RAR zal, in opdrachtregelmodus, deze tekenreeks als standaardparameter
gebruiken en een compact archief aanmaken met 1024 KB groot woordenboek.
RAR geeft de opties de volgende prioriteit:
- opdrachtregelschakelopties: hoogste prioriteit
- schakelopties in de RAR-variabele: lagere prioriteit
- schakelopties weggeschreven in
configuratiebestand: laagste prioriteit
Logboekbestand
~~~~~~~~~~~~~~
Als de schakeloptie -ilog in de opdrachtregel of in het configuratiebestand
is opgenomen zal RAR, tijdens het verwerken van archieven, opgetreden fouten
in een logbestand opslaan.
Lees verder op onder de kop 'Schakeloptie -ilog' voor meer informatie.
Bestandsvolgordelijst voor compacte archiveren - rarfiles.lst
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
rarfiles.lst is een door de gebruiker opgestelde bestandslijst die aan
RAR doorgeeft in welke volgorde bestanden moeten worden toegevoegd aan
een compact archief. Dit bestand mag bestandsnamen, jokers en het
speciale item -$default bevatten.
De standaardingang bepaalt de positie in de volgordelijst voor de
bestanden die niet in de volgordelijst voorkomen. Regels die beginnen
met een puntkomma ";" worden als commentaar beschouwd en worden niet
verwerkt.
In Windows moet dit bestand geplaatst worden in dezelfde map als RAR,
of in %APPDATA%WinRAR map, in Unix in de gebruiker zijn home map of in /etc.
Tips om een betere compressie en een hogere snelheid te verkrijgen:
- gelijkwaardige bestanden moeten, indien mogelijk, samen geplaatst
worden;
- vaak gebruikte bestanden moeten aan het begin staan.
Normaalgesproken hebben maskers die verder bovenin de lijst staan
hogere prioriteit, maar er is een uitzondering op deze regel. Als het
bestand rarfiles.lst twee bepaalde maskers bevat waarvan alle bestanden
die door het eerste masker overeenkomen ook door het tweede masker
overeenkomen, zal het masker dat overeenkomt met een kleinere deel-
verzameling van bestandsnamen hogere prioriteit krijgen, onafhankelijk
van zijn positie in de lijst. Bijvoorbeeld, in het geval van de maskers
*.cpp en b*.cpp zal b*.cpp hogere prioriteit krijgen, dus het bestand
'bestand.cpp' zal worden meegenomen door het masker b*.cpp, niet *.cpp.
Syntax RAR-opdrachtregel
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Syntax:
RAR <opdracht> [-<schakelopties>] <archief> [<@bestandslijst...>]
<bestanden...> <uitpakpad>
Omschrijving:
Opdrachtregelopties (opdrachten en schakelopties) voorzien in de controle
bij het aanmaken en beheren van archieven met RAR. De opdracht is een
tekenreeks (of een letter) die RAR de opdracht geeft om een
overeenkomstige opdracht uit te voeren.
Schakelopties zijn ontworpen om de manier waarop RAR werkt aan te passen.
Andere parameters zijn: de archiefnaam en de bestanden, die moeten worden
gearchiveerd of uitgepakt.
Bestandslijsten zijn tekstbestanden die de namen bevatten van bestanden
die verwerkt moeten worden.
Bestandsnamen moeten beginnen op de eerste kolom. Het is mogelijk om
commentaar in de bestandslijst te plaatsen na de //-tekens.
Bijvoorbeeld: men kan een reservekopie backup.lst aanmaken die volgende
tekenreeksen bevat:
c:werkdoc*.txt //reservekopie tekstdocumenten
c:werkafb*.bmp //reservekopie foto's
c:werkoverig
en start dan:
rar a backup @backup.lst
Als men bestandsnamen wil lezen van stdin (standaard-invoer),
specificeer dan een lege bestandslijst (alleen @). Standaard gebruikt de
opdrachtregelversie van RAR enkelebyte-codering in lijstbestanden, maar
dit kan anders ingesteld worden met de schakeloptie -sc<tekenset>l.
Men kan zowel de gebruikelijke bestandsnamen opgeven als bestands-
lijsten op dezelfde opdrachtregel. Als bestanden noch bestandslijsten
werden opgegeven dan wordt *.* verondersteld en WinRAR zal alle
bestanden verwerken.
Veel RAR-opdrachten, zoals het uitpakken, testen of weergeven, maken het
mogelijk om jokertekens te gebruiken in de naam van het archief. Als geen
extensie wordt opgegeven in het archiefmasker, dan neemt RAR '.rar' aan,
waardoor '*' neer zal komen op alle archieven met de .rar-extensie.
Als u alle archieven wilt verwerken zonder enige extensie, gebruik dan
het masker '*.'. Het '*.*' selecteert tot slot alle bestanden. Jokertekens
worden niet toegestaan bij het inpakken en verwijderen.
In Unix dient u de opdrachtregelparameters van RAR die jokertekens
bevatten, te omsluiten door apostrof's of aanhalingstekens om te voor-
komen dat ze worden uitgebreid door de Unix-shell. Bijvoorbeeld, de
volgende opdracht zal alle *.asm-bestanden uitpakken uit alle *.rar-
archieven in de huidige map:
rar e '*.rar' '*.asm'
De opdracht kan een van deze letters zijn:
a Bestanden toevoegen aan een archief.
Voorbeeld:
1) alle *.hlp-bestanden toevoegen uit de huidige map naar het
archief help.rar:
rar a help *.hlp
2) alle bestanden archiveren vanuit de huidige map en submappen
naar compacte, zelf-uitpakkende volumes met elk een grootte van
362.000 bytes, waarbij aan elke volume een herstelrecord wordt
toegevoegd.
rar a -r -v362 -s -sfx -rr save
Omdat geen bestandsnamen zijn meegegeven wordt aangenomen dat
alle bestanden (*) wordt bedoeld.
3) als speciale uitzondering: als een mapnaam wordt opgegeven als
een argument en als de mapnaam geen bestandsmaskers bevat en geen
eindbackslash bevat, dan zal de gehele inhoud van de map en alle
submappen worden toegevoegd aan het archief, zelfs al is de
schakeloptie -r niet meegegeven.
De volgende opdracht zal alle bestanden toevoegen uit de map
Rasterafbeeldingen en alle submappen naar het RAR-archief:
Afbeeldingen.rar:
rar a Afbeeldingen.rar Rasterafbeeldingen
4) als de mapnaam bestandsmaskers bevat of eindigt op backslashes,
dan zullen de gebruikelijke regels gelden en is alles wat u dient
op te geven is de schakeloptie -r om submappen ook mee te nemen.
De volgende opdracht zal alle bestanden toevoegen uit de map Raster-
afbeeldingen, maar niet uit submappen ervan, omdat de schakeloptie
-r niet is opgegeven:
rar a Afbeeldingen.rar Rasterafbeeldingen*
c Commentaar toevoegen aan een archief. Commentaar wordt weergegeven
wanneer het archief verwerkt wordt. De commentaarlengte is beperkt
tot 256 KB.
Voorbeelden:
rar c distrib.rar
Ook kan commentaar worden toegevoegd vanuit een bestand, door
middel van de schakeloptie -z[naam]. De volgende opdracht
voegt commentaar toe vanuit het bestand info.txt:
rar c -zinfo.txt dummy
ch Archiefparameters wijzigen.
Deze opdracht kan worden gebruikt in combinatie met de meeste
schakelopties om archieven te wijzigen. Het is erg handig
in combinatie met schakelopties als -cl, -cu, -tl, welke
niet een eigen opdracht hebben.
Het is hiermee niet mogelijk om archiefgegevens opnieuw in te
pakken, te versleutelen of te ontsleutelen. Daarnaast kunnen
er geen volumes mee worden samengevoegd of aangemaakt. Indien
gebruikt zonder andere schakelopties, dan zal de opdracht 'ch'
enkel de archiefgegevens kopi‰ren zonder wijziging.
Voorbeeld:
Archieftijd instellen naar het laatste bestand:
rar ch -tl bestand.rar
cw Archiefcommentaar wegschrijven naar opgegeven bestand.
De opmaak van het uitvoerbestand is afhankelijk van de schakel-
optie -sc. Indien de uitvoerbestandsnaam niet is opgegeven, dan
zullen de commentaargegevens worden gestuurd naar stdout.
Voorbeelden:
1) rar cw arc comment.txt
2) rar cw -scuc arc unicode.txt
3) rar cw arc
d Bestanden verwijderen uit het archief.
Indien het uitvoeren van deze opdracht als resultaat een
leeg archief is, dan wordt het lege archief gewist.
e Bestanden uitpakken zonder opgeslagen paden.
Pakt bestanden uit zonder het paddeel, waardoor alle bestanden
worden gemaakt in dezelfde doelmap.
Gebruik de opdracht 'x' als u volledige padnamen wilt uitpakken.
Voorbeeld:
rar -e -or html.rar *.css css
Pakt alle *.css-bestanden uit het html.rar-archief naar de map
'css' zonder de opgeslagen paden. Bestanden die uitgepakt zijn
die dezelfde naam hebben worden automatisch hernoemd.
f Bestanden in het archief vernieuwen die ouder zijn dan de toe te
voegen bestanden. Deze opdracht voegt geen nieuwe bestanden toe aan
het archief.
k RAR kan vergrendelde archieven niet wijzigen, zodat het vergren-
delen van belangrijke archieven voorkomt dat ze per ongeluk door
RAR worden gewijzigd. Een dergelijke bescherming kan vooral nuttig
zijn in het geval van WinRAR-opdrachten die de archieven in groepen
verwerken.
Deze opdracht is niet bedoeld (en is ook niet in staat) om
wijzigingen te voorkomen door andere hulpprogramma's of opzettelijke
programma's van derden. Het implementeert een veiligheidsmaatregel
alleen voor toevallige gegevenswijzigingen door RAR.
Voorbeeld:
rar k definitief.rar
i[i|c|h|t]=<tekenreeks>
Zoeken naar een tekenreeks in archieven.
Ondersteunt de volgende optionele parameters:
i - hoofdletterongevoelig zoeken (standaard);
c - hoofdlettergevoelig zoeken;
h - hexadecimaal zoeken;
t - ANSI, UTF-8, UTF-16 en OEM-karaktertabellen gebruiken
(alleen Windows-versie);
Indien geen parameters worden opgeven is het mogelijk om de
vereenvoudigde opdrachtsyntax i<tekenreeks> te gebruiken in
plaats van i=<tekenreeks>.
Het is mogelijk om de uitbreiding 't' te gebruiken samen met
andere parameters, bijvoorbeeld: ict=<tekenreeks> voert een
hoofdlettergevoelig zoekproces uit met alle hierboven
genoemde karaktertabellen.
Voorbeelden:
1) rar "ic=eerste niveau" -r c:*.rar *.txt
Voert een hoofdlettergevoelig zoekproces uit met als tekenreeks
"eerste niveau" in alle *.txt-bestanden in *.rar-archiven op
de C:-schijf.
2) rar ih=f0e0aeaeab2d83e3a9 -r e:teksten
Zoekt naar de hexadecimale tekenreeks f0 e0 ae ae ab 2d 8e e3 a9
in RAR-archieven in de map e:teksten*.rar
l[t[a],b]
Archiefcommentaar weergeven [technisch [alles], basis].
De opdracht 'l' geeft de kenmerken, grootte, datum, tijd en naam
van ingepakte bestanden weergeven op een regel per bestand. Als het
bestand versleuteld is, dan begint de regel met het teken '*'.
'lt' geeft gedetailleerde bestandsgegevens op meerdere regels per
bestand, waaronder de waarde van de controlegetal van het bestand,
het besturingssysteem van de maker van het archief, compressie-
opties en andere parameters.
'lta' geeft niet alleen voor bestanden gedetailleerde gegevens
weer, maar ook voor bestandskoppen zoals NTFS-stromen of gegevens
t.b.v. bestandsbeveiliging.
'lb' geeft de basis, dat zijn bestandsnamen met pad, een per regel,
zonder enige andere gegevens.
U kunt de schakeloptie '-v' gebruiken om de inhoud van alle volumes
in een volumereeks weer te geven: rar l -v vol.part1.rar
De opdrachten 'lt', 'lta' en 'lb' zijn gelijk aan respectievelijk
'vt', 'vta' en 'vb'.
m[f] Verplaatsen naar archief [alleen bestanden].
Verplaatsen van bestanden en mappen heeft als gevolg dat na een
succesvolle inpakhandeling de mappen en bestanden verwijderd wor-
den. Mappen worden niet verwijderd wanneer de uitbreiding 'f'
en/of de schakeloptie '-ed' gebruikt wordt.
p Bestand weergeven naar stdout.
U kunt deze opdracht samen gebruiken met de schakeloptie -inul om
alle RAR-boodschappen uit te schakelen en alleen bestandsgegevens
af te drukken. Dit kan belangrijk zijn, wanneer u bijvoorbeeld
een bestand naar stdout wilt sturen voor gebruik met pijptekens
('|').
r Beschadigd archief herstellen.
Een archief herstellen bestaat uit twee fasen.
Eerst wordt het beschadigde bestand gescand voor een herstel-
bestand (zie opdracht rr). Als het archief een eerder toegevoegd
herstelrecord bevat en indien het beschadigde gegevensgebied aan-
eengesloten is en kleiner dan de grootte van de foutcorrectiecode,
dan is de kans op een succesvolle reconstructie zeer groot.
Wanneer deze fase voltooid is zal een nieuw archief worden gemaakt,
welke de naam fixed.archiefnaam.rar zal krijgen, waarbij 'archief-
naam' het naam van oorspronkelijke (beschadigde) archief is.
Als het archief geen herstelbestand bevat of het archief kan niet
worden hersteld door te grote schade, zal een tweede fase
worden doorlopen.
Tijdens deze stap wordt alleen de archiefstructuur opnieuw op-
opgebouwd en is het onmogelijk om bestanden te herstellen die niet
voldoen aan de validatie van het controlegetal, het is echter
mogelijk om onbeschadigde bestanden te herstellen, die door de
beschadiging ontoegankelijk waren.
Dit is meestal nuttig voor niet-compacte archieven. In een
beschadigd compact archief kan dikwijls enkel het eerste deel voor
de beschadigde sector worden gerecupereerd. Deze fase is niet
efficient voor archieven met versleutelde bestandsnamen, welke
alleen hersteld kunnen worden indien een herstelrecord aanwezig is.
Wanneer de tweede fase is voltooid, wordt het reconstrueerde
archief opgeslagen als rebuilt.archiefnaam.rar, waar 'archiefnaam'
de naam is van het oorspronkelijke archief is. Standaard worden
herstelde archieven gemaakt in de huidige map, maar u kunt een
optionele parameter doelpad toevoegen om een andere doelmap te
gebruiken.
Voorbeeld:
rar r foutief.rar c:hersteld
Herstelt foutief.rar en plaatst het resultaat in de map
c:hersteld.
rc Ontbrekende en beschadigde volumes reconstrueren met gebruik van
herstelvolumes (.rev-bestanden). Men geeft een bestaand volume
een archiefnaam.
Voorbeeld: 'rar rc backup.part03.rar'
Lees 'rv'-opdrachtbeschrijving voor meer infomatie over
herstelvolumes.
rn Namen van wijzigen van gearchiveerde bestanden.
De opdrachtsyntax is:
rar rn <archiefnaam> <bronnaam1> <doelnaam1> ... <bronnaamN>
<doelnaamN>
Bijvoorbeeld, de volgende opdracht:
rar rn gegevens.rar leesmij.txt leesmij.bak info.txt info.bak
Hiermee wordt de naam van het bestand leesmij.txt gewijzigd
naar leesmij.bak en info.txt naar info.bak in het archief
gegevens.rar.
Het is mogelijk om jokers te gebruiken in de bron- en doel-
namen voor eenvoudige naamtransformaties zoals het wijzigen
van bestandsextensies. Bijvoorbeeld, met:
rar rn gegevens.rar *.txt *.bak
zullen de namen van alle *.txt-bestanden worden gewijzigd
naar *.bak.
RAR controleert niet of de doelbestandsnaam al aanwezig is
in het archief, dus let hierbij op dat u geen dubbele namen
krijgt. Dit is voornamelijk van belang bij het gebruik van
jokers. Een dergelijke opdracht kan mogelijk gevaarlijk zijn,
omdat een verkeerde joker alle gearchiveerde namen ongeldig
kan maken.
rr[N] Gegevens-herstelbestand toevoegen.
Optioneel kan redundante informatie (herstelrecord) worden toe-
gevoegd aan het archief. Hoewel de archiefgrootte hiermee verhoogd
wordt, helpt het om ingepakte bestanden te herstellen in het geval
van een defecte schijf of ander soort gegevensverlies, aangenomen
dat de schade niet te ernstig is. Zulk gegevensherstel kan worden
uitgevoerd met de opdracht "r" (herstellen).
RAR 4.x- en RAR 5.0-archieven gebruiken een verschillend soort
structuur en algoritme voor herstelrecords.
Het RAR 4.x-herstelrecord is gebaseerd op het XOR-algoritme. U
kunt de 4.x-recordgrootte opgeven als het aantal herstelsectoren
of als een percentage van de archiefgrootte. Om een sectoraantal
op te geven, voeg deze direct toe achter 'rr', zoals 'rr1000' voor
1 000 sectoren. Om een percentage te gebruiken, voeg 'p' of '%'
achter het getal toe, zoals 'rr5p' of 'rr5%' voor 5%. Merk op dat
.bat- en .cmd-bestanden in Windows het nodig is om 'rr5%%' te
gebruiken, omdat de opdrachtverwerker een enkel '%'-teken behandelt
als het begin van een batchbestand-parameter, dus het kan dan
handiger zijn om 'p' te gebruiken in plaats van '%'.
Herstelsectoren van RAR 4.x zijn 512 bytes groot. Als het bescha-
digd gebied aaneengesloten is, dan helpt elke sector om 512 bytes
aan beschadigde gegevens te herstellen. Dit getal kan lager zijn
in het geval van meerdere schadeplekken. Het maximumaantal herstel-
sectoren is 524 288.
De grootte van het 4.x-herstelrecord kan bij benadering worden be-
paald als <archiefgrootte>/256 + <aantal herstelsectoren>*512
bytes.
Het RAR 5.0-herstelrecord gebruikt Reed-Solomon foutherstelcodes.
De mogelijkheden om aaneengesloten schadeplekken te herstellen is
vergelijkbaar met RAR 4.x, waarbij het licht minder gegevens kan
herstellen dan de grootte van het herstelrecord. Echter, het is
beduidend efficiënter dan het RAR 4.x-record in het geval van
meerdere schadeplekken.
Het RAR 5.0-record gebruikt geen 512-byte grote sectoren en u kunt
de grootte enkel opgeven als een percentage van de grootte van het
archief. Zelfs als '%' of 'p' niet wordt gebruikt, behandelt RAR
de waarde als een percentage in het geval van de RAR 5.0-indeling,
dus zoals 'rr5' als 'rr5p' betekent 5%. Door de overhead van de
dienstgegevens benadert de werkelijke grootte van het uiteindelijke
herstelrecord het door de gebruiker opgegeven percentage, waarbij
het verschil groter is bij kleinere archieven.
De grootte van het RAR 5.0-herstelrecord kan niet de grootte van
het te beschermen archief overschrijven, wat inhoudt dat u niet
meer dan 100% als parameter kunt opgeven. Grotere herstelrecords
worden trager verwerkt zowel bij het maken als bij het herstellen
van archieven.
Het RAR 5.0-herstelrecord is beter bestand tegen beschadiging van
het herstelrecord zelf en kan gedeeltelijk foute herstelrecord-
gegevens gebruiken. Merk wel op dat de herstelopdracht 'R' niet
foutieve blokken in het herstelrecord herstelt, alleen bestands-
gegevens worden hersteld. Na een succesvolle herstelpoging dient u
mogelijk een nieuw herstelrecord te maken voor de herstelde
bestanden.
Zowel 4.x- als 5.0-records zijn het meest efficiënt als de
gegevensposities in het beschadigde archief niet opgeschoven zijn.
Als u een archief kopieert van een beschadigd medium door middel
van bepaalde specialistische software en u hebt hierin de keus om
beschadigde gebieden op te vullen met nul-tekens of om deze
gegevens uit het te kopiëren bestanden te verwijderen, dan heeft
het de voorkeur om deze gebieden op te vullen met nul-tekens of
een ander teken, omdat hiermee de oorspronkelijke gegevensposities
bewaard blijven. Ondanks dat dit geen optimale manier is, proberen
beide recordversies toch om gegevens te herstellen, zelfs in het
geval van verwijderde of toegevoegde gegevens van redelijke
hoeveelheid, in het geval dat gegevensposities zijn opgeschoven.
Het RAR 5.0-herstelrecord kan efficiënter omgaan met verwijderde
en toegevoegde gegevens dan het RAR 4.x-herstelrecord.
Als u de opdracht 'rr' gebruikt zonder enige optionele parameters,
dan zal RAR de grootte van het herstelrecord standaard instellen
op 3% van de archiefgrootte.
Voorbeeld:
rar rr5p archiefnaam
Voegt een herstelrecord toe met een grootte van 5% van de archief-
grootte.
rv[N] Maken van herstelvolumes (.REV-bestanden), die later gebruikt
kunnen worden om ontbrekende of beschadigde bestanden in een
volumereeks te reconstrueren.
Deze opdracht is alleen zinvol voor veeldelige archieven en men
moet de archiefnaam opgeven van het eerste volume.
Voorbeeld:
rar rv3 data.part01.rar
Deze opdracht kan handig zijn voor het maken van reservekopieën,
of wanneer men veeldelige archieven plaatst in een nieuwsgroep en
sommige leden niet alle bestanden hebben ontvangen.
Het posten van herstelvolumes i.p.v. gewone volumes kan het aantal
herplaatsingen sterk verminderen.
Elk herstelvolume is in staat om één ontbrekend of beschadigd RAR-
volume te reconstrueren. Indien men 30 volumes heeft en 3
herstelvolumes, dan kan men 3 ontbrekende volumes reconstrueren.
Reconstructie is onmogelijk indien het aantal .rev-bestanden
kleiner is dan het aantal volumes. Het totaalaantal van normale
en herstelvolumes mag niet hoger zijn dan 255 voor de RAR 4.x-
archiefindeling en 65.535 voor de RAR 5.0-archiefindeling.
Oorspronkelijke RAR-volumes mogen niet worden gewijzigd na het
aanmaken van herstelvolumes. Het herstelalgoritme gebruikt gegevens
die zijn opgeslagen in zowel REV-bestanden als RAR-volumes om
ontbrekende RAR-volumes opnieuw op te bouwen. Wanneer u dus RAR-
volumes wijzigt, dus als u deze bijv. vergrendeld, nadat u REV-
bestanden heeft aangemaakt, dan zal het herstelproces mislukken.
Bovenop herstelgegevens slaan RAR 5.0-herstelvolumes ook dienst-
gegevens toe zoals controlegetallen van beschermde RAR-bestanden.
Deze zijn hierdoor licht groter dan de RAR-volumes die ze
beschermen. Indien u van plan bent om individuele RAR- en REV-
bestanden te kopiëren naar bepaalde verwijderbare media, houd hier
dan rekening mee en geef als RAR-volumegrootte een aantal kilobytes
minder op dan de grootte van het medium.
De optionele <N>-parameter bepaalt het aantal aan te maken
herstelvolumes en moet kleiner zijn dan het volledig aantal te
maken volumes in het RAR-volumereeks.
Het procentteken of het 'p'-teken mag aan deze parameter toegevoegd
worden. Dan zal het aantal aangemaakte rev-bestanden gelijk zijn aan
het percentage berekend van het totaal aantal aangemaakte RAR-
volumes. Voorbeeld:
rar rv15% data.part01.rar
RAR reconstrueert ontbrekende volumes m.b.v. de 'rc'-opdracht of
automatisch, indien het volgend volume niet kan worden gevonden,
maar wel een passend aantal .REV-bestanden tijdens het uitpakken.
Namen van oorspronkelijke kopieën van beschadigde volumes worden
gewijzigd naar *.rar voordat begonnen wordt aan de reconstructie.
Bijvoorbeeld, volumenaam.part03.rar wordt gewijzigd naar
volumenaam.part03.rar.bad.
s[naam] Archief omzetten naar SFX. Het archief wordt samengevoegd met
een SFX-module (gebruikmakend van de default.sfx-module of een
module opgegeven in de schakeloptie).
In de Windows versie moet default.sfx geplaatst worden in dezelfde
map als rar.exe, in Unix - in de hoofdmap van de gebruiker,
in /usr/lib of in /usr/local/lib.
s- SFX-module verwijderen uit een reeds bestaand SFX-archief.
RAR maakt een nieuw archief aan zonder de SFX-module, het originele
SFX-archive wordt niet verwijderd.
t Archiefbestanden testen.
Deze opdracht voert een test uit waarbij bestanden worden
uitgepakt, zonder iets weg te schrijven, om de geldigheid van de
bestanden te testen.
Voorbeelden:
Test archieven in huidige map:
rar t *
of voor Unix:
rar t '*'
De gebruiker kan alle archieven in onderliggende mappen testen
beginnend vanuit het huidig pad:
rar t -r *
of voor Unix:
rar t -r '*'
u Bestanden bijwerken in archief.
Voegt bestanden toe die nog niet voorkomen in het archief en werkt
ingepakte bestanden bij die ouder zijn dan de bestanden die toe-
gevoegd worden.
v[t[a],b]
Uitgebreide archiefcommentaar weergeven [technisch [alles], basis].
De opdracht 'v' geeft de kenmerken, grootte, ingepakte grootte,
compressieverhouding, datum, tijd, controlegetal en naam
van ingepakte bestanden weer op een regel per bestand. Als het
bestand versleuteld is, dan begint de regel met het teken '*'.
Voor het BLAKE2sp-controlegetal worden alleen de eerste twee
en het laatste teken weergeven.
'vt' geeft gedetailleerde bestandsgegevens op meerdere regels per
bestand, waaronder de waarde van de controlegetal van het bestand,
het besturingssysteem van de maker van het archief, compressie-
opties en andere parameters.
'vta' geeft niet alleen voor bestanden gedetailleerde gegevens
weer, maar ook voor bestandskoppen zoals NTFS-stromen of gegevens
t.b.v. bestandsbeveiliging.
'vb' geeft de basis, dat zijn bestandsnamen met pad, een per regel,
zonder enige andere gegevens.
U kunt de schakeloptie '-v' gebruiken om de inhoud van alle volumes
in een volumereeks weer te geven: rar v -v vol.part1.rar
De opdrachten 'vt', 'vta' en 'vb' zijn gelijk aan respectievelijk
'lt', 'lta' en 'lb'.
x Bestanden uitpakken met volledig pad.
Voorbeeld:
1) 10cent.txt uitpakken naar de huidige map zonder het archief-
commentaar weer te geven
rar x -c- dubbeltje 10cent.txt
2) *.txt uitpakken van docs.rar naar de map c:docs
rar x docs.rar *.txt c:docs
3) de gehele inhoud van docs.rar uitpakken naar de huidige map
rar x docs.rar
Schakelopties (gebruiken in combinatie met een opdracht):
-? Help bij opdrachten en schakelopties weergeven. Hetzelfde wanneer
niets of een ongeldig opdrachtregel wordt ingevoerd.
-- Stopt het zoeken naar schakelopties.
Deze schakeloptie duidt aan dat er geen schakelopties meer in de
opdrachtregel staan.
Dit kan nuttig zijn als de archiefnaam start met een '-'.
Zonder de '--'-schakeloptie zou zo'n naam worden opgevat als
schakeloptie.
Voorbeeld:
alle bestanden van huidige map in een compact archief toevoegen:
'-RareNaam'
RAR a -s -- -RareNaam
-ac Bestandskenmerk "Archief" weghalen na in- of uitpakken
(Alleen Windows-versie).
Als deze wordt gebruikt om in te pakken, dan zal het bestandskenmerk
"Archief" worden weggehaald voor bestanden die met succes ingepakt
zijn. Indien gebruikt om uit te pakken, dan zal WinRAR het kenmerk
"Archief" weghalen voor uitgepakte bestanden. Deze schakeloptie
heeft geen invloed op mapkenmerken.
-ad[1,2]
Doelpaden afwisselen.
Deze optie kan handig zijn wanneer een groep archieven wordt
uitgepakt. De schakelopties -ad en -ad1 zorgen ervoor dat een af-
zonderlijke map wordt gemaakt voor bestanden die van elk individueel
archief uitgepakt worden. Deze afzonderlijke mappen worden gemaakt
in de doelmap voor -ad en in elk archief voor -ad1.
De schakeloptie -ad2 plaatst uitgepakte bestanden direct in de map
van elk archief. Er worden geen afzonderlijke mappen gemaakt.
De parameter voor de doelmap wordt genegeerd voor de schakelopties
-ad1 en -ad2.
Bijvoorbeeld:
1) rar x -ad *.rar gegevens
RAR maakt voor elk uitgepakt archief onderliggende mappen
binnen 'gegevens'.
2) rar x -r -ad1 arc*.rar
RAR zoekt recursief de map 'arc' door op *.rar-archieven en maakt
onderliggende mappen aan voor elke archiefmap.
-ag[formaat]
Voegt de huidige datum en tijd toe aan een archief bij het aanmaken
of verwerken ven een archief. Het is nuttig voor dagelijkse
reservekopieën.
Het formaat van de datum wordt bepaald door de bijkomende formaat-
parameter of door "YYYYMMDDHHMMSS" als deze parameter niet aanwezig
is. De tekenreeks mag de volgende karakters bevatten:
Y jaar
M maand
MMM maand als tekst (jan, feb, enz.)
W weeknummer (een week start met maandag)
A dag van de week (maandag is 1, zondag is zeven)
D dag van de maand
E dag van het jaar
H uren
M minuten (opgevat als minuten indien opgegeven na 'H')
I minuten (opgevat als minuten onafhankelijk van 'H'-positie)
S seconden
N archiefnummer. RAR zoekt naar al bestaande archieven met de
gegenereerde naam en indien deze wordt gevonden, zal het
archiefnummer opgehoogd worden totdat er een unieke naam wordt
gegenereerd.
Het formaatteken 'N' wordt niet ondersteund bij het maken van
volumes. Bij het uitvoeren van niet-inpaktaken zoals
uitpakken, kiest RAR het bestaande archief voorafgaande aan
de eerste ongebruikte naam of stelt 'N' in op 1 indien zo'n
archief niet voorkomt.
Elk van de tekens hierboven weergegeven stelt een enkel teken voor
in het archiefnaam. Bijvoorbeeld: gebruik WW voor een weeknummer
met altijd twee cijfers (eventueel voorloopnul) of YYYY om het
jaar weer te geven in 4 cijfers. Als het eerste teken van de
tekenreeks een '+' is, dan wordt de datum voor de archiefnaam
geplaatst.
Als het eerste teken in de tekenreeks 'F' is, dan zal de rest van
de tekenreeks de standaardformaattekst voor de schakeloptie -ag
voorstellen. Een dergelijke schakeloptie '-agf<standaardformaat>'
is alleen van praktisch nut als deze in het configuratiebestand
rar.ini of de RAR-omgevingsvariabele wordt geplaatst. Bijvoorbeeld,
als we de RAR-omgevingsvariabele instellen op -agfYYYY-MMM-DD, dan
kan verder de schakel