RAR-archieven slaan alle bestandskoppen op met gegevens als de naam, tijd, grootte en kenmerken van een bestand direct voor de inhoudelijke gegevens van het betreffende bestand.

Deze aanpak is beter bestand tegen beschadiging dan het opslaan van alle bestandskoppen in een aaneengesloten blok, welke de inhoud van een archief onbruikbaar maakt bij beschadiging of afkapping. Ondanks de hogere betrouwbaarheid zijn zulke bestandskoppen verspreid over het gehele archief, trager om te benaderen als de archiefinhoud snel moeten worden geopend in een shell zoals de grafische interface van WinRAR.

Om de openingssnelheid van archieven te verhogen zonder het gehele archief afhankelijk te maken van een los beschadigd blok kunnen RAR 5.0-archieven een optioneel snel-openrecord bevatten. Zo'n record wordt toegevoegd aan het eind van een archief en bevat een kopie van de bestandsnamen en andere bestandsgegevens die opgeslagen is in een enkel aaneengesloten blok, naast de reguliere bestands-koppen binnen het archief. Aangezien het blok aaneengesloten is kan de inhoud snel worden ingelezen, zonder de noodzaak om veel schijfzoekacties uit te voeren. Elke bestandskop in dit blok is beschermd met een controlegetal. Als WinRAR herkent dat de snel-opengegevens zijn beschadigd, dan wordt teruggevallen naar het lezen van de individuele koppen binnen het archief. Hiermee wordt weerstand tegen beschadiging niet verlaagd.

Een snel-openrecord bevat een volledige kopie van de bestandskop, welke enkele tientallen of honderden bytes per bestand aan ruimte inneemt, waarmee de archiefgrootte met dezelfde afmetingen wordt verhoogd. Deze vergroting valt het meeste op bij veel kleine bestanden, waarbij de grootte van de bestandsgegevens vergelijkbaar is met de grootte van de bestandskop. Standaard zal WinRAR daarom - als -qo niet is meegegeven of als -qo zonder parameters wordt gebruikt - alleen kopiëen van koppen maken voor relatief grote bestanden en blijft het lokale koppen gebruiken voor kleinere bestanden. De concrete drempel voor bestandsgrootte kan afhangen van de WinRAR-versie. Deze aanpak biedt een redelijke verhouding tussen openingssnelheid en archiefgrootte. Als u de voorkeur er aan geeft om een archief snel te openen, onafhankelijk van de grootte, van kunt u -qo+ gebruiken om kopieën op te slaan van alle bestandskoppen. Als u een zo klein mogelijk archief wilt hebben en weinig geeft om de openingssnelheid in verschillende programma's, geef dan -qo- op om snel-opengegevens volledig weg te laten.

De schakeloptie -qo- verbiedt ook toegang tot snel-opengegevens in bestaande archieven, bijvoorbeeld bij het uitpakken of het tonen van de archiefinhoud.

Als u de prestatieverschillen wilt meten van deze optie, zorg er dan voor dat de archiefinhoud niet is opgeslagen op een schijf-cache. Er worden bij een gecachet archiefbestand geen echte schijfzoekacties verricht, waardoor toegang tot bestandskoppen snel is, zelfs zonder snel-openrecord.
Deze schakeloptie is het equivalent op de opdrachtregel van de optiegroep Snelopen-gegevens in het dialoogvenster "Archiefnaam en -parameters".